- licht
- licht1{{/term}}〈het〉1 [algemeen]lumière 〈v.〉 〈ook figuurlijk〉2 [weerlicht] éclair 〈m.〉3 [stoplicht] feu 〈m.〉(rouge)♦voorbeelden:1 tussen licht en donker • entre chien et louplicht van de maan • (le) clair de lune〈figuurlijk〉 iets in een ander licht zien • voir qc. sous un jour nouveaubij mist groot licht • par temps de brouillard, allumez vos pharesvals licht • faux jourin het volle licht komen te staan • apparaître au grand jourhet licht aandoen • allumer (la lumière)er brandde nog licht op de studeerkamer • le bureau était encore allumé〈figuurlijk〉 nu gaat mij een licht op! • j'y suis!met gedimde lichten • les phares mis en code〈figuurlijk〉 zij gunnen elkaar het licht in de ogen niet • ils ne peuvent pas se sentir〈figuurlijk〉 laat je licht eens op deze zaak schijnen • essaie de tirer ce problème au clair〈figuurlijk〉 zijn licht opsteken bij • se renseigner auprès dehet licht uitdoen • éteindre (la lumière)〈ook figuurlijk〉 licht werpen op • éclairerdat werpt een nieuw licht op de zaak • cela jette un jour nouveau sur l'affaire〈figuurlijk〉 hij zag weer licht in zijn leven • l'espoir réapparut dans sa viehet licht zien • 〈geboren worden〉 voir le jour; 〈verschijnen〉 paraître〈figuurlijk〉 je hoeft geen licht te zijn om … • il ne faut pas être une lumière pour …iets aan het licht brengen • révéler qc.aan het licht komen, treden • être révéléin (het) licht baden • être vivement éclairé〈figuurlijk〉 nu komt er licht in de zaak • maintenant, l'affaire commence à devenir clairemet de lichten knipperen • faire des appels de pharesiets tegen het licht houden • tenir qc. à la lumière; 〈figuurlijk〉 regarder qc. de plus près3 〈figuurlijk〉 het groene licht krijgen • avoir le feu vertdoor rood licht rijden • griller un feu rouge¶ in het licht van de gebeurtenissen • à la lumière des événements————————licht2{{/term}}〈bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉1 [algemeen] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 léger 〈v.: légère〉; 〈bijwoord〉 légèrement2 [goed verlicht; helder van kleur] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 clair3 [gemakkelijk] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 facile; 〈bijwoord〉 facilement♦voorbeelden:1 een licht accent • un léger accentlicht arrest • arrêts simpleslichte cavalerie • cavalerie légèreeen lichte opmaak • un maquillage discreteen lichte verbetering • un léger mieuxlicht aangeschoten zijn • être un peu éméchélicht alcoholische dranken • boissons faiblement alcooliséeslicht glooiende helling • pente doucelicht aanraken • effleureriets licht(jes) opvatten • prendre qc. à la légèrelicht slapen • dormir d'un sommeil légertwaalf pond lichter worden • maigrir de six kilos〈figuurlijk〉 hij is te licht bevonden voor die taak • on l'a jugé insuffisant pour cette tâche2 lichte ogen • yeux clairsde lichte partijen van een schilderij • les clairs d'un tableaulichte tabak • tabac blondhet wordt al licht • il commence à faire jour3 lichte muziek • musique légèrelicht ontvlambare stoffen • matières facilement inflammableslicht verteerbaar voedsel • aliments légersdat is licht te begrijpen • cela se comprend aisémentdeze fiets loopt lekker licht • ±cette bicyclette est très facile à manierdat zal niet licht vergeten worden • on ne l'oubliera pas facilementmen zou licht gedacht hebben dat … • on aurait facilement pu penser que …¶ je kunt het licht proberen • tu peux toujours essayer
Deens-Russisch woordenboek. 2015.